zondag 12 februari 2012

Het Koninkrijk Gods is nabij gekomen!

                    I’d rather trust a man who doesn’t shout what he’s found,
                       There’s no need to sell if you’re homeward bound.
                                                                                      Genesis, the lamb lies down on broadway

Het koninkrijk Gods!
Ooit lang geleden vroeg iemand totaal onverwachts aan mij: Wat is jouw mening over het koninkrijk Gods?
We waren heerlijk aan het skiën in Oostenrijk en zo’n vraag verwacht je niet als je op de lange latten heerlijk naar beneden zoeft. Toch vond ik het gesprek wel interessant, dus ik wilde het niet op die manier afkappen. Midden op de piste hield ik betoog over hoe ik dacht dat het zat. We raakten in een gesprek maar we kwamen er niet uit. De vragensteller had zich duidelijk beter voorbereid dan ik. Ik kon hem niet overtuigen. Hij mij destijds ook niet.
 
Maar hij had een aantal vragen en die lieten mij niet los.
Eén van zijn vragen was: Waarom spreekt Paulus zo vaak over het koninkrijk Gods, terwijl dit toch een zaak zou moeten zijn van Gods uitverkoren volk?
Zoals gezegd kon ik toen geen antwoord geven. Inmiddels ben ik iets verder en denk ik het antwoord te weten. In deze blog wil ik mijn zoektocht en conclusie in het kort beschrijven.

Als je het interessant vindt om dit verhaal te lezen is er één ding van groot belang. Je moet elke bril die je op hebt, waardoor je naar de schrift kijkt afzetten. Gewoon onbevooroordeeld naar datgene kijken wat er in de schrift staat. Lezen en aannemen wat er staat zonder gelijk je eigen uitleg eroverheen te leggen. Ik daag je uit om samen met mij op zo’n manier naar de schrift te kijken.
 
Laten we beginnen bij het einde. Zoals ik het lees is de beste conclusie die ik kan trekken de volgende:
Zowel Jezus als Paulus hebben het over hetzelfde als ze spreken over het Koninkrijk Gods!
Weliswaar spreken ze beiden op een ander moment. Jezus deels voor het kruis en erna, Paulus slechts na het kruis, wetend dat alles volbracht is. Aan het einde van deze blog zal ik ook aangeven waarom dit zo belangrijk is, maar eerst wat uitleg.
 
Ik ben begonnen om alle tekstplaatsen door te nemen waar in het nieuwe testament over koninkrijk gesproken wordt. En zoals ik al aangaf heb ik mijn bril waardoor ik naar de schrift keek zoveel mogelijk proberen af te houden. Dit was in mijn geval de bril van de bedelingenleer. Dit deed ik niet omdat ik het er niet mee eens was, maar met het idee dat als deze bril de juiste bril is, ik dit ook bevestigd zou krijgen door zo te studeren.
Ik begon uiteraard in Matteüs.  Matteüs spreekt in het merendeel van de gevallen over het Koninkrijk der Hemelen, dit in tegenstelling tot de andere evangelisten. Dit is op zich weer een hele andere studie waard, maar kort gezegd is mijn conclusie dat het Koninkrijk der Hemelen hetzelfde is als het koninkrijk Gods. Ik geloof namelijk niet dat Jezus rond liep op aarde en de ene keer zei:"bekeert u want het Koninkrijk Gods is nabij gekomen" en de volgende keer "het Koninkrijk der Hemelen is nabij gekomen".  En dat Hij dan ook nog van zijn gehoor verwachtte dat ze het verschil kende. Dat lijkt mij raar.
 
Bij Matteüs zijn inderdaad een hoop teksten te vinden die je uit zou kunnen leggen op een manier dat Jezus over het komende vrederijk van 1000 jaar spreekt. In Mat 6:10 bijvoorbeeld, in het onze vader, zegt Jezus uw koninkrijk kome. In mat 8:11 waar Hij aangeeft dat ze zullen aanliggen met Abraham en Isaak en Jakob in het Koninkrijk.
 
In mat 12:28 staat echter dat “indien Ik(Jezus) door de Geest Gods de bozen geesten uitdrijf, dan is het Koninkrijk Gods over u gekomen”. Jezus dreef diverse boze geesten uit, dus was het Koninkrijk over hen gekomen. Het was er dus kennelijk soms al!
De tekst over het mosterdzaad en het zuurdesem, mat 13:31, geeft aan dat het klein begint maar later groter dan de tuingewassen wordt en ook  dat het hele deeg doorzuurd wordt. Het begint klein en groeit! Het is niet iets wat er ineens is.
Petrus krijgt de sleutels van het koninkrijk der Hemelen, en kennelijk is datgene wat hij op de aarde bindt ook gebonden in de hemel. Waarom zou Jezus dit zeggen als Hij het over een aards vrederijk heeft?
Mat 21:43 Daarom, Ik zeg u, dat het Koninkrijk Gods van u zal weggenomen worden en het zal gegeven worden aan een volk, dat de vruchten daarvan opbrengt. Hoe kan het beloofde vrederijk aan een ander volk worden gegeven?
Marc 9: 1 En Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij zien, dat het Koninkrijk Gods gekomen is met kracht.
Dit is een vreemde tekst.  Naar mijn idee zijn alle toehoorders van Jezus dood. Toch zegt Jezus dat sommige het komen van het Koninkrijk meemaken zonder dat ze de dood proeven. Het zou dus destijds aangebroken moeten zijn of Jezus heeft gelogen!

In marc 12:34 geeft Jezus bij een van de schriftgeleerden aan dat hij niet ver van het koninkrijk af is. Niet het volk, of de discipelen, nee de Schriftgeleerde zelf. Simpelweg doordat deze aangeeft dat God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf meer is dan brandoffers en slachtoffers. Het is alsof Jezus tegen de man zegt: “ doe nog een stap en je bent er!”

Aan de andere kant staat er in mar 15:43 dat Jozef van Arimatea het koninkrijk verwachtte. Mogelijk dacht hij dat het iets voor de toekomst was.

In Lucas 17:21 lijkt Jezus aan te geven dat het koninkrijk iets is wat in je zit. Zeker als je hier in de grondtekst kijkt.

Ik heb hier een aantal teksten genoemd die mij een andere gedachten gaven dan dat Jezus over het komende 1000-jarige vrederijk voor Israel sprak. Natuurlijk zijn er ook een heleboel teksten die je moeiteloos kunt uitleggen als was het dat Jezus het over het komende vrederijk heeft.
Daarna ben ik gaan kijken waar er nog meer over het Koninkrijk Gods gesproken wordt.

Dan kom je in handelingen terecht. Jezus start ermee in handelingen 1:3 en de apostelen nemen dit over. Fillipus wordt met name genoemd en Paulus. Paulus gaat ermee door tot in Rome. In handelingen 28:31 staat dat hij met alle vrijmoedigheid het Koninkrijk Gods predikt en onderricht geeft aangaande de Heer Jezus Christus. En daar zie je een verschil, bij de apostelen gaat de Koninkrijksboodschap gepaard met de naam van Jezus Christus.

Daarna vind je het Koninkrijk Gods diverse keren in de brieven van Paulus.

Paulus geeft aan waar het uit bestaat, rechtvaardigheid, vrede en blijdschap door de Heilige Geest (rom 14:17), uit kracht (1kor 4:20). Hij geeft aan waardoor je het niet beërft of kan betreden,  1 kor en bijvoorbeeld gal 5:21 en efeze 5:5, hoewel hier het Koninkrijk net anders genoemd wordt.

Paulus spreekt erover in de kolossenzenbrief dat hij een werker is voor het Koninkrijk Gods, want hij heeft medewerkers.  In  2 Tess 1:5 geeft Paulus aan dat de Tessalonicenzen lijden voor het Koninkrijk Gods.

Naast de term Koninkrijk Gods gebruikt Paulus ook de term Zijn  hemels Koninkrijk, Koninkrijk van Christus en God en Koninkrijk van de zoon Zijner liefde.

Vervolgens hebben we nog de overige brieven waar gesproken wordt over het eeuwige Koninkrijk van onze Here en Heiland Jezus Christus, een onwankelbaar Koninkrijk wat ontvangen wordt. Jakobus spreekt over erfgenamen van het Koninkrijk wat belooft is aan diegene die Hem liefhebben. Johannes besluit door te zeggen dat hij medegenoot is in de verdrukking en in het Koninkrijk.

Lastig, het blijft lastig. Ook in de brieven kun je teksten uitleggen als zouden ze spreken over het komende vrederijk. Bij Petrus bijvoorbeeld. Maar, als je ervan uitgaat dat een zelfde woord ook steeds voor hetzelfde begrip moet nemen kom je in de problemen met de tekst uit 2 tess 1:5. Hier zouden de Tessalonicenzen lijden voor het vrederijk terwijl in de voorgaande brief gesproken wordt over een verwachting in de wolken.

Het voorgaande allemaal beschouwend heb ik voor mijzelf de volgende, voorlopige, conclusies getrokken:.
•    Het koninkrijk waar Jezus het over heeft kan niet het vrederijk zijn. Er zijn een te  groot aantal teksten die hiermee kant nog wal raken. Het kan wel het 1000 jarig vrederijk omsluiten.
•    Paulus blijft tot aan het eind van zijn bediening spreken over het Koninkrijk Gods. Zelfs in zijn brieven is het een steeds terugkerend begrip.
•    Ook de andere apostelen spreken over het Koninkrijk Gods.

Over welk Koninkrijk of Koninkrijken gaat het dan?

Slechts 1 Koninkrijk! Het Koninkrijk Gods! Zo simpel kan het zijn! Een kind kan de was doen! Dat is ook wat Jezus zei! Een kind denkt niet moeilijk, een kind gelooft!
Het koninkrijk waarin God de heerschappij voert! En waar Zijn Zoon medeheerser is. Net zo als de onderkoning die Jozef eens was. En waar mensen zich bij Jozef moesten vervoegen om redding te ontvangen.
Toen de mens helemaal ontspoord was en Zijn volk, dat Hij geroepen had om Zijn lichtdrager in de wereld te zijn het liet afweten. Heeft Hij zijn Zoon gestuurd om de mens terug te leiden naar Hem, de Vader. Waarbij Jezus uiteraard begon bij Zijn uitverkoren volk. Hij wilde het volk weer terugleiden naar het hart van de Vader. Niet door hier op aarde een vrederijk te stichten maar door mensen te winnen voor het Koninkrijk Gods, ze weer terug brengen onder Zijn koningsheerschappij. Hij zou ze winnen voor het koninkrijk en met Zijn dood en opstanding ervoor zorgen dat ze de Vader ook weer konden naderen. De bedoeling was eerst Zijn volk en door Zijn volk de rest, maar het liep anders. Maar met Jezus Zijn dood en Zijn opstanding werd ook de weg vrijgemaakt voor diegene die eertijds veraf waren. Het Koninkrijk werd gegeven aan een ander volk, het geestelijke zaad van Abraham. Zij werden mede-erfgenamen. En samen met alle gelovigen, Joden en grieken, werden zij overgeplaatst in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde.  
Het koninkrijk is nu nog verborgen, maar bekend bij diegene die Hij geroepen heeft. Straks als Zijn Koninkrijk openbaar wordt zal inderdaad dat vrederijk hier op aarde aanbreken waar de profeten over spreken, dit is slechts een onderdeel van het koninkrijk Gods.
Wij, Zijn geroepenen, mogen nu al deel hebben aan Zijn koninkrijk. Hij leeft in onze harten. En in dat Koninkrijk mogen we dienen. Niet om onze redding te verdienen! Dat heeft Hij al allemaal gedaan, daar kunnen we niks aan toevoegen. Zelfs uit dankbaarheid niet!
Alleen door het feit dat Hij in onze harten woning heeft gemaakt en wij ons willen laten leiden door Zijn Geest, zal er een verandering in ons gedrag optreden en kunnen wij dienstbaar zijn.

Daarom spreekt het verhaal in matteus 14 mij zo aan. Petrus komt uit de boot als Jezus hem roept, hij loopt op het water. Iets wat een mens uit zich zelf niet kan! En toch loopt Petrus op het water. Naar Jezus kijkend lukt het Petrus, totdat hij naar het water gaat kijken en zich zorgen gaat maken, dan verdrinkt hij bijna. Gelukkig, Jezus redt hem!
Zo zie ik dat bij ons ook. Heer als u mij kunt inzetten in Uw Koninkrijk, roep me dan! En wat ik merk is dat Hij je roept en inzet. op momenten dat je het verwacht maar ook dat je het niet verwacht. Niet door je eigen kracht, maar door de Zijne.

Soms mag je witten bij een gezin, wat het zelf niet kan, en zo Zijn liefde heel praktisch laten zien. Soms ontmoet je een vriend van lang geleden en mag je in de gesprekken die je hebt Zijn liefde voor ieder mens laten doorklinken. Soms mag je voor jongeren een Bijbelstudie geven om ze te wijzen op het feit dat Hij er voor ze is. Soms mag je er gewoon zijn. Het blijft altijd bijzonder en vaak onverwachts.

Waarom is het nu zo belangrijk voor mij dat zowel Jezus en Paulus en de nadere apostelen over hetzelfde Koninkrijk spreken? Als dit namelijk zo is, dan betekent dit, dat ik met andere ogen naar de prediking van Jezus moet kijken. Dat deze ineens waarde voor mij krijgt. Dat ik ineens betekenis kan hechten aan de bergrede. Dat ik mag nadenken over de gelijkenissen die Hij verteld. En natuurlijk ben ik me bewust dat een deel van deze verhalen gericht zijn aan Zijn tijdgenoten, maar er zitten ook lessen in voor ons. 
Er is dan ook nog maar sprake van 1 evangelie, zowel voor Jood en heiden. Ook het moment dat de gemeente Gods ontstaat is dan geen punt van discussie meer. 
 
Is Paulus daarmee overboord gegooid? Nee, wat mij betreft niet. Hij is nog steeds de apostel die dit geweldige evangelie naar ons heidenen bracht. Hij is de apostel die de heidenen wijst op Jezus, op het werk wat God door Hem heeft gedaan en de plaats die Jezus inneemt in de kosmos. Hij is nog steeds de apostel die het geweldige feit, dat God een redder is van alle mensen, onomstotelijk boodschapte. 
Maar hij is net als wij een navolger van Jezus! En wij kunnen net als hij medewerkers worden voor het Koninkrijk Gods.      

En dat is dus mijn gebed, iedere dag opnieuw!