zaterdag 7 april 2012

Waarom Paulus?


Naar aanleiding van één van mijn vorige blogs, over het Koninkrijk Gods, krijg ik nogal eens de vraag: en Paulus dan? Heb je die verlaten?

Dat lijkt misschien een rare vraag, maar één van de dingen die ik in mijn blog stel, is dat Paulus feitelijk over dezelfde dingen spreekt als Jezus. Ze hebben het beide over het Koninkrijk Gods en het geloof in Jezus. Alleen ze spreken op verschillende momenten. Jezus vooral voor Zijn dood en opstanding, Paulus erna.

Maar terug naar de vraag. Het antwoord is nee! Ik heb Paulus niet los gelaten. Ik heb Paulus nodig om een helder beeld te krijgen van diegene die ik wil dienen, Jezus. Ik wil net als Paulus een navolger van Hem zijn.

Paulus voor de heidenen.
Ondanks dat ik geloof dat Paulus en Jezus dezelfde boodschap brachten is Paulus niet voor niks geroepen. Geroepen en naar de heidenen gezonden.

Heel kort komt het hier op neer:
1.Paulus spreekt tegen een publiek dat niet bekend was met de geschiedenis van Israël, de torah en de overige boeken en tradities van het Volk.
2.Paulus spreekt tegen een publiek met een duidelijk ander referentiekader.
3.Paulus heeft een verder zicht geopenbaard gekregen dan de andere apostelen. Paulus mag aansluiten bij datgene wat al in Jesaja geschreven staat.

Ander publiek
Stel je eens voor dat je leeft in een dorpje ergens in Friesland rond het jaar 1800. Er is geen televisie, geen telefoon, geen krant, geen… vul maar in. Wat wist jij als Fries van de geschiedenis van bijvoorbeeld Spanje?
Zo was het ook in Paulus zijn dagen. Wat wist een Griek van de Joodse geschiedenis. Wat wist iemand uit Klein-azie over de  Torah? Als zo iemand dat allemaal niet kende en niet wist, hoe moest je hem dan laten zien dat Jezus de vervulling van dit alles is?
Paulus moest andere taal gebruiken tegen de heidenen dan hij tegenover de joden kon gebruiken. Hij kon niet vanuit de Torah dingen uitleggen. Hij moest het aanpakken zoals hij het bijvoorbeeld in Athene aanpakte(Zie hand 17:15-34). Aansluiten bij de daar aanwezige kennis.

Referentie kader
Daarnaast moest Paulus rekening houden met het feit dat sommige begrippen bij het ene volk iets anders betekende dan bij het andere volk.
De hogepriester was voor de Joden de hoogste priester in de dienst van JHWH, terwijl de hogepriester voor de doorsnee Romein de pontifex maximus was. Dit ambt was een nevenfunctie van de keizer van Rome.
Een koning was bij de Joden de hoogste macht in het land, bij de Romeinen was het een heerser van een vazalstaat en daarmee ondergeschikt aan de keizer van Rome.
Bij een term als wedergeboorte zal een Romein eerder aan bepaalde overgangsriten voor de Cybelle hebben gedacht dan aan een gebeurtenis van binnenuit.
Zelfs bij een term als offeren had iedereen een ander begrip.

Wat ik probeer duidelijk te maken is het feit dat Paulus op eieren moest lopen wilde hij zijn publiek niet de verkeerde kant op sturen. Maar niet voor niks kiest God hem uit. Een Jood, uit de stam van Benjamin, te Tarsus in Cilicië geboren, doch in Jeruzalem opgevoed, aan de voeten van Gamaliël opgeleid met nauwgezette inachtneming van de wet onzer vaderen, een ijveraar voor God.
Iemand geboren in een havenstad in het Romeinse rijk, met Romeins burgerrecht, opgeleid aan Het kennisinstituut van het Joodse volk. Het kon niet beter. Hij was opgevoed met alle klassieken, zoals blijkt uit de gebeurtenissen zoals die zich in Athene afspelen. Met alle respect, de andere apostelen waren  nooit zover gekomen. Het is ondenkbaar dat de wijsgeren van het voormalige Griekse rijk in discussie waren gegaan met een paar simpele vissers. Maar nu staat daar het neusje van de zalm van de Joodse denkwereld. Of neem de keizer, geen "niet Romein" kon zich op de keizer beroepen. Zij moesten het doen met een ondergeschikte van de keizer. In het beste geval een (vazal)-koning, een gouverneur of een preator. Zo niet Paulus, door zijn Romeins burgerrecht kon hij zich beroepen op de keizer en zo kon het evangelie tot aan de machtigste mens op aarde klinken. Wederom vraag ik mij af of de andere apostelen zover gekomen zouden zijn.
Daarom koos God Paulus als Zijn werktuig voor de heidenen!
Paulus zijn boodschap voor de heidenen
Als dat zo is dan heeft Paulus ook een speciale boodschap voor de heidenen. Iets wat speciaal voor de niet-Joden gold. Iets wat in Jezus Zijn bediening door schemerde krijgt bij Paulus de volle aandacht. Het heil is er ook voor de niet-Jood!

Waar Jezus nog voorzichtig aangeeft dat Hij nog andere schapen heeft die niet van deze stal zijn. Waar Hij zegt dat het Koninkrijk aan een ander volk gegeven zal worden. Waar Hij uiteindelijk na een paar kruimels, 2 hele dagen in Samaria blijft en er velen tot geloof komen. Waar Hij de knecht van de hoofdman geneest. Daar zegt Paulus het luidt en duidelijk op allerlei plaatsen in zijn brieven. 

Bijvoorbeeld in de Efeze brief
Efe 2:11 Bedenkt daarom dat gij, die vroeger heidenen waart naar het vlees, en onbesneden genoemd werdt door de zogenaamde besnijdenis, die werk van mensenhanden aan het vlees is, 12 dat gij te dien tijde zonder Christus waart, uitgesloten van het burgerrecht Israëls en vreemd aan de verbonden der belofte, zonder hoop en zonder God in de wereld. 13 Maar thans in Christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart, dichtbij gekomen door het bloed van Christus.

Kennelijk zijn wij niet langer uitgesloten van het burgerrecht Israels en zijn we nu geen geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is.

Paulus verkondigt een gekruisigde en opgestane Heer! Wat voor ons als gevolg heeft dat wij als niet-Jood deel hebben aan de heilsbeloften gedaan aan Zijn volk. 

Is dit in de plaats van? Heel duidelijk niet! Dit is samen met!

Bij Paulus blijft het daar niet bij. Uiteindelijk zal het samen zijn met alle mensen!
Fil 2:Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, 10 opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, 11 en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader!








Golgotha!

Gisteravond werd ik getroffen door het feit dat de mensen die Jezus lasterden voorbijgangers waren. Ik was direct terug in Israël. Daar hebben we namelijk een maquette gezien van Jeruzalem uit het jaar 66 na Christus.

Eén van de dingen die mij van toen is bijgebleven is de plek waar sommige mensen zeggen dat Jezus gekruisigd is. Een klein rotspuntje bij een klein poortje. Dit is toevallig ook de plek waar op dit moment de heilige grafkerk staat.

Met de bliksemschicht heb ik aangegeven om welk stukje rots het gaat.


Als je op de kaart kijkt is dit ook een poort waardoor mensen de stad in en uit gingen. Op diverse kaarten uit die tijd staat dat in de wijk achter dit poortje de markten werden gehouden. Daarom waren er waarschijnlijk voorbijgangers, op de weg naar de markt om de laatste inkopenn te doen voor de sabbat. Daarnaast het feit dat misdadigers vaak op een plek werden gestraft waar iedereen die een stad in kwam het kon zien. Zodat iedereen kon zien hoe de orde in de stad gehandhaafd werd. Dit pleit wat mij betreft ook voor deze plaats.


Is het belangrijk om exact de locatie te weten? Nee, ik denk het niet. 
Voor mij was het vooral mooi dat zo'n simpel woord, voorbijganger, mij terugbracht in dat land. Dat land waar ik 2 keer mocht zijn. En in dat land liep 2000 jaar geleden mijn redder rond. Deze maquette bracht me dicht bij Hem. Ik zie hem lopen door de straten van Jeruzalem met een kruis op Zijn rug en een doornenkroon. Op dezelfde manier zie ik ook dat hij het volbracht heeft en op deze manier mijn verlosser werd.  

Marcus 15:29 En de voorbijgangers spraken lastertaal tegen Hem, schudden hun hoofd en zeiden: Ha, Gij, die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, 30 red Uzelf, kom af van het kruis! 31 Evenzo spotten de overpriesters onder elkander samen met de schriftgeleerden, en zij zeiden: Anderen heeft Hij gered, Zichzelf kan Hij niet redden. 32 Laat de Christus, de Koning van Israël, nu afkomen van het kruis, dat wij het zien en geloven. Ook die met Hem gekruisigd waren beschimpten Hem.

Mattheus 27:39 En de voorbijgangers spraken lastertaal tegen Hem, schudden hun hoofd 40 en zeiden: Gij, die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, red Uzelf, indien Gij Gods Zoon zijt, en kom af van het kruis! 41 Evenzo spotten de overpriesters samen met de schriftgeleerden en oudsten en zij zeiden: 42 Anderen heeft Hij gered, Zichzelf kan Hij niet redden. Hij is Israëls Koning; laat Hij nu van het kruis afkomen en wij zullen aan Hem geloven.