zaterdag 7 april 2012

Golgotha!

Gisteravond werd ik getroffen door het feit dat de mensen die Jezus lasterden voorbijgangers waren. Ik was direct terug in Israël. Daar hebben we namelijk een maquette gezien van Jeruzalem uit het jaar 66 na Christus.

Eén van de dingen die mij van toen is bijgebleven is de plek waar sommige mensen zeggen dat Jezus gekruisigd is. Een klein rotspuntje bij een klein poortje. Dit is toevallig ook de plek waar op dit moment de heilige grafkerk staat.

Met de bliksemschicht heb ik aangegeven om welk stukje rots het gaat.


Als je op de kaart kijkt is dit ook een poort waardoor mensen de stad in en uit gingen. Op diverse kaarten uit die tijd staat dat in de wijk achter dit poortje de markten werden gehouden. Daarom waren er waarschijnlijk voorbijgangers, op de weg naar de markt om de laatste inkopenn te doen voor de sabbat. Daarnaast het feit dat misdadigers vaak op een plek werden gestraft waar iedereen die een stad in kwam het kon zien. Zodat iedereen kon zien hoe de orde in de stad gehandhaafd werd. Dit pleit wat mij betreft ook voor deze plaats.


Is het belangrijk om exact de locatie te weten? Nee, ik denk het niet. 
Voor mij was het vooral mooi dat zo'n simpel woord, voorbijganger, mij terugbracht in dat land. Dat land waar ik 2 keer mocht zijn. En in dat land liep 2000 jaar geleden mijn redder rond. Deze maquette bracht me dicht bij Hem. Ik zie hem lopen door de straten van Jeruzalem met een kruis op Zijn rug en een doornenkroon. Op dezelfde manier zie ik ook dat hij het volbracht heeft en op deze manier mijn verlosser werd.  

Marcus 15:29 En de voorbijgangers spraken lastertaal tegen Hem, schudden hun hoofd en zeiden: Ha, Gij, die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, 30 red Uzelf, kom af van het kruis! 31 Evenzo spotten de overpriesters onder elkander samen met de schriftgeleerden, en zij zeiden: Anderen heeft Hij gered, Zichzelf kan Hij niet redden. 32 Laat de Christus, de Koning van Israël, nu afkomen van het kruis, dat wij het zien en geloven. Ook die met Hem gekruisigd waren beschimpten Hem.

Mattheus 27:39 En de voorbijgangers spraken lastertaal tegen Hem, schudden hun hoofd 40 en zeiden: Gij, die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, red Uzelf, indien Gij Gods Zoon zijt, en kom af van het kruis! 41 Evenzo spotten de overpriesters samen met de schriftgeleerden en oudsten en zij zeiden: 42 Anderen heeft Hij gered, Zichzelf kan Hij niet redden. Hij is Israëls Koning; laat Hij nu van het kruis afkomen en wij zullen aan Hem geloven.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten