maandag 7 november 2011

Verbijstering alom



Waar zijn we als mensen beland als we kinderen van 9 een bomaanslag laten plegen? Waarbij de moeder wroeging krijgt en uit de auto wordt gezet. Waarna de stiefvader van de jongen, de jongen helpt om een bomgordel om te doen en zichzelf op te blazen. Wat hebben ze de jongen belooft?
Wat een lafaard dat hij niet zelf die bomgordel omdeed.
Aan de andere kant, stel je het drama eens voor! Je bent de moeder  van dit jongetje. Hij voetbalt altijd zo lekker op het pleintje. In een vlaag van verstandsverbijstering sta je het toe. Dan krijg je spijt, maar voor je het weet gebeurd het ergste en met de belofte van allerlei mooi speelgoed blaast dat lieve ventje van je, zichzelf aan stukken. Voor de idealen van volwassenen. Er is zelf geen lichaampje meer om te begraven.  Wat zal zijn moeder een verdriet hebben!

Daarnaast een stuk op internet over een lied wat bij ons in de dienst wordt gezongen en waar dat niet zou stroken met de visie van diegene die dit stuk geschreven heeft.  Juist over Psalm 8, waar beschreven wordt hoe heel de schepping aan de mens zijn voeten is gelegd en hoe de mens hier over moet heersen.

Psalm 8
1 Voor de koorleider. Op de Gittit. Een psalm van David.

2 O HERE, onze Here,
hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde,
Gij, die uw majesteit toont aan de hemel.
3 Uit de mond van kinderen en zuigelingen
hebt Gij sterkte gegrondvest, uw tegenstanders ten spijt,
om vijand en wraakgierige te doen verstommen.

4 Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers,
de maan en de sterren, die Gij bereid hebt:
5 wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,
en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?
6 Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt,
en hem met heerlijkheid en luister gekroond.
7 Gij doet hem heersen over de werken uwer handen,
alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd:
8 schapen en runderen altegader
en ook de dieren des velds,
9 de vogelen des hemels en de vissen der zee,
hetgeen de paden der zeeën doorkruist.

10 O HERE, onze Here,
hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde.

Aan de ene kant een wereld die ontspoort. Het voorbeeld van het jongetje is er maar 1 in een hele rij. Neem bijvoorbeeld het misbruik in de katholieke kerk, overreden kindjes in China, kindje van 2 die zich in een Coma zuipt enz., enz., .. Zo gaat de mens om met datgene wat onder zijn beheer is geplaatst. In dit geval met zijn eigen kinderen.
Maar daarnaast een kerk, gemeente die ook geen antwoord heeft. Die bezig zijn elkaar te bestrijden op woorden. Op haarkloverijen branden we elkaar af. Mensen die tot opbouw binnen de gemeente, cq. Kerk,  zijn gegeven breken meer af dan dat ze opbouwen. De ene helft van de kerk splitst zich af en gaat naar een gebouw vlak naast de andere kerk, vanwege een verschil van inzicht. Mensen worden als dwaalleraren afgeschilderd op basis van een visieverschil.
Ook de gemeente, cq. Kerk, laat het afweten in de boodschap die ze uit zou moeten dragen naar de wereld toe.  Wij zouden de boodschap uit moeten dragen dat we een grote God hebben. Die een heerlijke naam heeft. Zeker na wat er op Golgotha gebeurd is. Niet elkaar met ons woord om de oren slaan,  maar met Gods hulp een zegen zijn voor degene die onze genoot is.
Bidden voor deze wereld.
Een steun zijn voor mensen die het niet meer zien zitten.
Een schouder voor een huilende moeder.
Een hartverwarmende band met broeders en zusters met dezelfde Heer.

1 opmerking: