vrijdag 15 februari 2013

Bedenkingen



13 bedenkingen bij de bedelingenleer

 

Al vanaf mijn geboorte kom ik bij dezelfde gemeente. Ik ben opgegroeid met het woord wat daar gesproken werd. Toen ik jong was, was het vooral zondagsschool, maar later veranderde dat. De boodschap van verzoening en genade deed zijn intree. Er veranderde veel, onder andere deed de schriftindeling zijn intrede en het feit dat God een redder was van alle mensen werd gesproken. Vooral dat laatste maakt me blij, dat geeft voor mij aan dat God een rechtvaardig God is, die niet loslaat wat Zijn Hand begon. Nu niet en nooit niet.

Gevolg van het feit dat ik al heel mijn leven in deze gemeente zit, is dat ik ook heel mijn leven heb geleerd hoe ik de schrift zo uit moet leggen zodat de boodschap van genade en verzoening maximaal klinkt. Zoals je in een eerdere blog kunt lezen was dit geen probleem, zolang ik gewoon de antwoorden gaf die me geleerd waren. Het probleem kwam toen ik zelf ging kijken wat er stond. 

Hieronder een lijst van teksten waar je eens over na zou moeten denken: 


1.       Er is mij geleerd dat wij het evangelie van Paulus spreken en volgen. Buiten het feit dat Paulus het slechts een enkele keer over zijn evangelie heeft wijst Paulus dit zelf ook van de hand in 1 Kor 1:12. Heel duidelijk geeft hij hier aan dat niet Paulus voor ons gekruisigd is maar Christus.  En dat wij dus van Christus zijn.



2.       In 1 thes 4:16 spreekt Paulus over de opname van de gemeente. Mij is geleerd dat de brieven aan de thessalonisencen de eerste brieven van Paulus waren. Dit was nog in de tijd dat Paulus zowel het koninkrijk aanbood aan Israël als dat hij de boodschap aan de heidenen aanbood. Als dit zo is dan wil dit dus zeggen dat ook de mensen met de koninkrijksboodschap uit Israël de opname verkondigd hebben gekregen. Met andere woorden beide partijen, Israël en de heidenen,  zullen de Heer in de lucht tegemoet gaan. Er zal dan een splitsing gemaakt moeten worden in de lucht met mensen die weer terugkeren naar de aarde en mensen die naar de hemelse gewesten gaan. Dit is een gang van zake die ik verder nergens in de schrift kan terugvinden. Maar het dateren van deze brief met deze boodschap in de tijd dat Paulus nog naar beide kampen ging impliceert dat wel.



3.       In 1 thes 5 schrijft Paulus over de komst des heren en over het feit dat ons die niet zal overvallen als een dief in de nacht. De vraag is waarom hij dit doet? De leer volgend is de opname voor de verdrukking en maken wij de dag des Heren niet mee. Waarom dan schrijven dat hij ons niet zal overvallen? Ik zie daar de logica niet van.



4.       2 thes 1:5 hier schrijft Paulus dat door verdrukking en vervolging is gebleken dat ze het koninkrijk waardig zijn. In de brief daarvoor sprak hij van de opname. Bij de opname hoort volgens de uitleg de bediening in de hemelse gewesten, hoe kan er dan sprake zijn van het koninkrijk.



5.       In Gal 2:11-14 lezen we hoe Paulus Petrus aanspreekt op zijn gedrag. Hoe kan Paulus Petrus aanspreken op zijn gedrag als Petrus een andere boodschap heeft? Paulus zet er zelfs nog bij in vers 14 "maar toen ik zag dat zij niet de rechte weg bewandelden naar de waarheid van het evangelie". Petrus en Paulus zaten dus kennelijk op één lijn! Anders had Paulus nooit Petrus aan kunnen spreken op zijn gedrag. Ik kan mijn islamitische buurman ook niet aanspreken op mijn waarden en normen.


6.       In Hand 28:31 lezen we dat Paulus, nadat de joden redetwistend heen waren gegaan, bleef in Rome, predikende het Koninkrijk Gods, en onderricht gevende aangaande de Here Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, zonder enige belemmering.
Hoe kan dit als mij geleerd wordt dat met het schipbreuk lijden op de kust van Malta ook het evangelie van het koninkrijk schipbreuk lijdt? Hier staan dezelfde woorden als waar het mee begint in handelingen. Jezus verteld zijn discipelen 40 dagen lang over het koninkrijk Gods. Het lijkt me stug dat een schrijver in een brief met hetzelfde woord, twee verschillende dingen bedoeld. Om nog maar te zwijgen over het evangelie van diezelfde schrijver.



7.       Direct gerelateerd aan het bovenstaande is het feit dat altijd uitgelegd werd dat Jezus het 1000 jarig rijk verkondigde. Er werd een onderscheid gemaakt tussen Koninkrijk der hemelen en het koninkrijk Gods. Dit onderscheid lijkt me raar want dat suggereert dat Jezus de ene dag riep:” bekeert u want het koninkrijk Gods is nabij” en de andere dag:” bekeert  u want het koninkrijk der hemelen is nabij”. En dat hij dan ook nog verwachte dat de mensen het verschil wisten. Sprak Jezus eigenlijk wel over het 1000 jarig rijk? In mar 9:1 lees ik dat sommige de dood niet zullen smaken voordat het koninkrijk is aangebroken met kracht. Naar mijn weten zijn al zijn volgelingen dood en is het 1000 jarig rijk nog niet aangebroken.



8.       In efe 2:11-21   staat het volgende:

12 dat jullie, vóór die era1), zonder Christus, vervreemd waren van het burgerschap van °Israël en gasten van de verbonden van de belofte, geen verwachting hebbende en zonder God in de wereld. 13 Maar nu, in Christus, zijn jullie, die ooit veraf waren, dichtbij gekomen* door het bloed van °Christus,……………..18 want door Hem hebben wij °beiden in één geest toegang tot de Vader 19 Daarom dan zijn jullie niet langer gasten en bijwoners, maar jullie zijn mede-burgers van de heiligen en huisgenoten van °God,  

Hoe kan je deze tekst anders lezen dan dat we eerst ver van Israël waren, zonder burgerschap en dat we nu door het bloed van Christus het burgerschap van Israël hebben? En dat we deel hebben aan de beloften die aan Israël gedaan zijn?



9.       Gal 1-13 Hier beschrijft Paulus hoe hij in zijn ijver de gemeente Gods vervolgt. Hoe is het dan mogelijk dat mensen in ons midden verkondigen dat de gemeente pas ontstond met de prediking van Paulus?



10.   1 kor 15:23 Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst en daarna het einde. Naar mijn idee mist hier een partij. Eerst Christus, dat is duidelijk, dan die van Christus zijn bij zijn komst, 1 thes 4:16, ook duidelijk dan de rechtvaardigen uit het volk en dan het einde? Nee, dat staat er niet. Als je gelooft in een opname voor de grote verdrukking dan staan deze opstandelingen niet in dit rijtje.



11.   Mat 5 Hoe kan deze tekst uitgelegd worden, als was het dat Jezus de wet zou hebben vervuld. Terwijl de najaarsfeesten hun vervulling nog moeten krijgen. Jezus heeft met zijn leven, sterven en opstaan en pinksteren de voorjaarsfeesten vervuld. Precies zoals ze in de Torah staan. Echter de najaarsfeesten zijn bij mijn weten nog niet vervuld. Dus dit gedeelte is nog niet vervuld. Hoe kunnen we dan zeggen dat de wet is vervuld?



12.   Rom 8:19 Want heel de schepping kijkt reikhalzend uit naar het openbaar worden van de zonen Gods. Hoe kunnen wij openbaar zijn voor heel de schepping als wij in de hemelse gewesten zijn? Ook zullen wij verschijnen in heerlijkheid met Hem, kol 3:4, maar waar dan? Dat is dan niet zichtbaar op aarde want we zijn immers in de hemelse gewesten???



13.   Het verschil tussen Messias, Christus Jezus en Jezus Christus. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen deze termen. Messias is voor Israël, Christus Jezus slaat op de verhoogde Jezus en Jezus Christus op zijn aardse staat. Waar is dit op gebaseerd? Overal staat hetzelfde Griekse woord, wat gezalfde betekent. Het is m.i. heel raar dat wij een onderscheidt maken dat de Griekse tekst helemaal niet maakt.



Wat ik met deze opsomming van punten wil bereiken is dat mensen zelf na gaan denken. Zelf dingen op waarde schatten. Ik wil geen twijfel zaaien, maar wel aangeven waarom ik zelf ging twijfelen. Ik zou zeggen onderzoekt deze dingen zelf.

Maar dan wel op een juiste manier. Zet je bril van de bedelingenleer af en onderzoek de bovengenoemde plaatsen. Slechts op deze manier kun je kijken of de dingen waar ik aan twijfel, ook echt om aan te twijfelen zijn.

Dit alles niet om mijn gelijk te krijgen, maar om een beter begrip te krijgen van de schrift en uiteindelijk De Gezalfde, onze Heer, Yehoshua, beter te leren kennen.




Ontferming



Het kreeg voor mij een andere betekenis toen ik las over de genezing van de bezeten knaap, Lucas 9:37-43a. Een verhaal wat ik al een aantal keren in de zondagsschool heb verteld. Eigenlijk een standaard verhaal. Bezeten knaap komt bij Jezus. Jezus drijft de geest die de jongen beheerst uit en geneest hem. En Jezus geeft hem terug aan zijn vader. Een mooi verhaal, vooral als je leest dat het de discipelen vanwege hun ongeloof niet lukt om de geest uit te drijven.

Maar wat ik ontdekte, is dat het  ten diepste de vader van de jongen is, die ontferming vond bij de Jezus. In de andere evangeliën kun je lezen hoe het een zorg was voor deze vader. Van kinds af aan was de jongen bezeten geweest. Bedenk je het verdriet als hij zijn zoon op de grond gesmeten zag. De angst als hij in het water gestort werd. En dan is daar Jezus, Hij ontfermt zich over vader en zoon en geeft de zoon terug aan zijn vader. Bedenk je nu de vreugde van de vader. Zijn zoon weer gezond.
Jezus ontfermt zich en brengt vreugde in plaats van verdriet.
Voor mij was dit een eyeopener! Zou  Jezus dat ook voor mij willen doen? Zich over mij ontfermen? Voor mij was het altijd heel afstandelijk, zo van de Here is nabij, mooi gezegd, vooral als hij in de hemel is. Zou Hij meer zijn dan een Heer op afstand, zou Hij werkelijk al mijn wonden een plaatsje kunnen geven en omzetten in vreugde?Alles in perspectief zetten?

Dan denk ik aan de wereld om mij heen. Een wereld die langzaam aan het ontsporen is. Ik denk aan al het leed dat ik om mij heen zie. Kinderen die moeten werken, kinderen die honger hebben. Kinderen die misbruikt worden. Ouders met verdriet. Mensen die elkaar verminken en afslachten. Volken die uitgemoord worden. Het lijkt me zo zinloos! Zou Jezus zich ook over die mensen ontfermen?
Er was een sprankje hoop gezaaid na het lezen van het verhaal van de bezeten knaap. Er was misschien ontferming voor mij en al diegene met verdriet. Ik vond een mooie uitspraak in dat opzicht. Een andere vertaling van psalm 23. I.p.v. De Here is mijn herder, mij ontbreekt niets, werd er vertaald "De Here is mijn herder, ik zal niet ontbreken!" 

Niemand zal ontbreken!   
Hij zal zich over iedereen ontfermen!