Vlak voordat het volk Israel het land Egypte werd uitgeleidt, stelde
God het Pascha in. Het volk moest een lam in huis nemen, het dan slachten en het bloed aan de deurpost smeren, zodat de
verderfengel voorbij ging. Vervolgens werd het lam opgegeten met bittere
kruiden en ongezuurd brood. God maakte er een inzetting van, zodat Israel voor
altijd aan deze dag zou denken. Vanaf die dag vieren ze in Israel ieder jaar het Pascha, en denken ze terug aan
dat geweldige moment dat God zijn volk uitredde.
God gaf aan hoe het feest gevierd moet worden en zoals je onder kunt
lezen, ook door wie.
Exodus 12
43 De
HERE zeide tot Mozes en Aäron: Dit is de inzetting van het Pascha: geen enkele
vreemdeling mag ervan eten. 44 Iedere slaaf, die door iemand voor geld is
gekocht, mag er eerst van eten, wanneer gij hem besneden hebt. 45 Een bijwoner en een dagloner
mogen er niet van eten. 46 In één huis zal het gegeten worden; gij zult
van het vlees niets uit het huis naar buiten brengen; geen been zult gij ervan
breken. 47 De gehele vergadering van Israël zal dit vieren. 48 Maar
wanneer een vreemdeling bij u vertoeft en de HERE het Pascha wil vieren, dan
zal ieder van het mannelijk geslacht, die bij hem behoort, besneden worden;
eerst dan mag hij naderen om het te vieren; hij zal gelden als in het land
geboren. Maar geen enkele onbesnedene
mag ervan eten. 49 Eénzelfde wet zal gelden voor de geboren Israëliet
en voor de vreemdeling, die in uw midden vertoeft.
50 Alle
Israëlieten deden aldus; zoals de HERE Mozes en Aäron geboden had, zo deden
zij. 51 En op deze zelfde dag leidde de HERE de Israëlieten uit het land
Egypte, volgens hun legerscharen.
Net als in het verhaal van Jozef, schuilt er in het lam wat
tijdens het pascha wordt geslacht een geweldig beeld. Het beeld van ons Paaslam,
Jezus. Niet alleen vervulde hij het Pascha letterlijk, op de dag en uur
nauwkeurig. Hij was het perfecte
lam, waarvan geen been gebroken werd.
Maar Hij was tevens het lam waarvan het bloed werd vergoten zodat het verderf
voorbij gaat.
Wat ik des te mooier vind in dit beeld is als je leest in
exodus 12, wie er aan het Pascha mogen deelnemen en wie niet! Wat mij opviel in
dit stukje is dat een onbesnedene in geen geval deel mocht nemen aan het Pascha.
Het Pascha is alleen voor besnedenen! Terwijl je op veel plaatsen leest dat de
vreemdeling onder Israel mocht wonen, lees je hier dat hij besneden moet worden
voordat hij deel mag hebben aan het Pascha.
Onwillekeurig moet ik denken aan de woorden die Paulus schrijft in Kolossenzen 2.
11 In Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden is,
We zijn niet langer meer vreemdelingen en bijwoners! Wij mogen toch deelhebben
aan het Pascha! Deelhebben aan dat ene Paaslam, aan de messias, Jezus!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten